Muziek
In capoeira bestaat een uitgebreide selectie van liedervormen. Zo kent men de ladainha, de louvação, de corrido, de quadra en de chula.
In deze liederen vind je een schat aan informatie terug uit koloniale tijd van Brazilië. Verder werden deze liederen ook gebruikt door capoeiraleraren en –mestres om hun leerlingen waardevolle levenslessen mee te geven.
Deze lessen zijn zowel toe te passen op de capoeiraroda als het leven daarbuiten.
De methodiek van Filhos de Bimba maakt gebruik van twee liedervormen: de quadra en de corrido.
De quadra is een type lied dat gezongen wordt aan het begin van elke roda. Tijdens de quadra wordt geen capoeira gespeeld. De quadra bestaat uit twee delen:
· Het eerste deel wordt solo gezongen door de voorzanger en kan over allerlei onderwerpen gaan waaronder morele lessen, verhalen, geschiedenis en mythologie. (In andere tradities van capoeira wordt dit de ladainha genoemd)
· Het tweede deel bestaat uit een wisselzang van vraag en antwoord. De voorzanger zingt een lijn tekst. deze lijn wordt herhaald door de roda en aangevuld met het woord ‘camará’. In de traditie van Filhos de Bimba wordt dit deel van de quadra door de voorzanger begonnen met de zin ‘Iê, agua de beber’ en afgesloten met de zin ‘Iê, volta do mundo’. Deze zin wordt dan ook een laatste keer beantwoord door het koor met ‘Iê volta do mundo, camará!’
Hierna gaat men naadloos over in een corrido en wordt er capoeira gespeeld.
(In andere tradities van capoeira wordt dit de louvação of de chula genoemd)
Corridos zijn overlappende liederen in een stijl van uitroep door de voorzanger en antwoord door het koor. Deze stijl is typisch voor Afrikaanse gezangen. Tijdens de corridos wordt capoeira gespeeld. Vaak zal de voorzanger het lied dat hij zingt kiezen aan de hand van wat er gebeurd in de roda.
Enkele voorbeelden van veel gebruikte liederen vind je in Corridos.docx (36,9 kB)